Dat Tesselschade zo goed was heeft ze natuurlijk te danken aan haar talent maar ook aan haar omgeving. Wat hielp was haar opleiding. Dankzij een moderne en veelzijdige opvoeding wist ze veel van literatuur, kende ze Frans, Italiaans en een beetje Latijn. Ze was trouwens helemaal artistiek aangelegd want ze schilderde, bespeelde verschillende muziekinstrumenten en kon prachtig glas graveren. Hiernaast kwamen er bij haar thuis een heleboel belangrijke schrijvers over de vloer. Ze kende Hooft, Bredero, Cats, Vondel, Huygens en Barlaeus persoonlijk, omdat haar vader Roemer Visscher thuis artistieke avonden organiseerde. Hooft was haar belangrijkste contactpersoon, ook met Huygens en Barlaeus was ze goed bevriend.
Door haar werk en haar zelfstandige houding, door de reacties van haar tijdgenoten en door haar bijzondere naam werd ‘Tesselschade’ in kunstenaarskringen al in de zeventiende eeuw legendarisch. Ze ging zelfs de literatuurgeschiedenis in zonder achternaam. Toen de negentiende-eeuwse geschiedschrijvers zochten naar geschikte modellen uit het verleden waarop Nederlanders trots konden zijn, lag het voor de hand om ‘Tesselschade’ uit te kiezen. Ze werd opgehemeld als ideale vrouw: kunstzinnig, verstandig, mooi en deugdzaam. Rond 1870 kozen feministes van het eerste uur haar als inspiratiebron voor een vereniging om zelfstandige vrouwen financieel te steunen: Tesselschade-arbeid adelt.
In de tjid dat Tesselschade leefde waren er nog een aantal vrouwen zoals zij. Katharina Lescailje en Anna Maria van Schurman waren twee andere belangrijke dames uit de tijd. Hoewel Tesselschade in een interlectuele omgeving opgroeide en Katharina ook, haar ouders hadden een drukkerij en dus veel boeken thuis en schrijvers over de vloer. Voor Anna Maria van Schurman was haar opleiding helemaal speciaal. Zij mocht naar de universiteit. In hun tijd mocht dit eigenlijk niet maar er werd zelf voor haar een uitzondering gemaakt. Zij was zo getalenteerd dat ze met gemak het vereiste niveau voor wetenschappelijk onderwijs haalde. Ze mocht aan de Utrechtse universiteit colleges volgen, maar moest wel apart zitten van de mannelijke studenten, in een speciale nis, achter een gordijn.
Katharina Lescailje hield zich nog met veel meer bezig dan alleen gedichten schrijven en corresponderen met andere schrijvers. Zij had de drukkerij van haar ouders overgenomen en runde deze samen met haar broers. En hoewel ze vaak druk bezig was met de drukkerij schreef ze zelf ook nog.
Met schrijven begon ze al jong en op haar 10de mocht ze langs bij haar grootste voorbeeld, Vondel. Hij was meteen overtuigd van het talent van het meisje en moedigde haar aan om door te blijven schrijven.
Deze drie vrouwen leefde in een tijd dat het helemaal niet gebruikelijk was dat vrouwen bekent waren. Ze moesten dan ook leven in een wereld die door mannen werd gedomineerd. Dit was niet altijd even makkelijk maar ze deden het prima. Ze inspireerde de mannen om hen heen en sloten hechte vriendschappen met hen. Ik heb vooral respect voor Anna Maria van Schurman die naar de universiteit ging terwijl er om haar heen schande over werd gesproken. Ik zou het haar niet nadoen.