vrijdag 10 januari 2014

Pieter Corneliszoon Hooft, de elegante intellectueel

Pieter Corneliszoon Hooft was een man met idealen. Hij schreef veel en bracht dit uit met een reden. Hij wilden zijn ideeën uitdragen en dit ging volgens hem het best door het geschreven woord. Vooral het humanisme, wat hij van zijn vader over had gemomen was voor hem heel belangrijk. Het humanisme is een filosofische stroming die de individuele verantwoordelijkheid en menselijke waardigheid vooropstelt. Hiermee wordt vooral bedoelt dat iedereen gelijk is en dezelfde rechten moet hebben. 

Hooft had een grote fascinatie voor de renaissance. Hij had hierover in Italie geleerd en probeerde samen met z'n Nederlandse collega-schrijvers het ook in Nederland aan te wakkeren. Wat overigens goed is gelukt want dit is een bloeiperiode van de Nederlandse kunstgeschiedenis geworden. 

Deuntje
Als Jan Sijbrech zou belezen
en haar sprak van liefde an,
zei ze: ‘Ja, maar Janneman,
zou het Reine Liefde wezen,
die gij mij geeft te verstaan?
die…verstaan: Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

‘Reine Liefd’ van d’allerreinste’,
zeid’ hij, ‘Sijbrech, bolle meid!’
‘Wel’, zei zij, ‘dat’s goed bescheid,
’t huw’lijk is op ’t allerheinste
Jan, ik wil ’t met u bestaan.
Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

Vijftig builen in twee slagen
smeet hem laatst de boze feeks
met een wakk’re sleutelreeks.
Als hij toen began te klagen,
zei ze: ‘Jan, wat gaat u aan?
Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

Zij heeft een zweep ontboên uit Polen,
die ze bij haar kammen hangt.
Als haar dan een lust bevangt,
zegt ze: ‘Jan, licht op uw zolen,
hippelt luchtig, onbelaên.
Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

Jan bestond zijn wijf te vragen:
‘Was het u al Reine Liefd’?’
Sijbrech zeide: ‘Ja ’t ontdieft!
Daarom moet gij mij verdragen
als ik lust heb wat te slaan.
Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

‘Wel, verdraag dan ook mijn smijten’,
zeide Jan, en stelde doe
ook een bos met sleutels toe.
En als zij begon te krijten,
kreet hij daar weer tegen aan:
‘Reine Liefd’ kan niet vergaan!’

Wildij Reine Liefd’ doen duren?
Voegt er Reine Liefde bij,
want de Liefd’ aan ene zij
kan in korte tijd verzuren.
Hangt ze beide zijden aan:
Reine Liefde’ kan niet vergaan! 


Dit is een heel belangrijk gedicht van Hooft. Het gaat over Jan en Sijbrech.
Jan is de minnaar en Sijbrech de minnares. Ze zijn verlieft en willen trouwen. Ze hebben een gesprek over hoe het zal zijn als ze getrouwd zijn. Het begint als Jan Sijbrech probeert te versieren. Sijbrech snapt het niet en Jan verklaard haar de liefde. En ze besluiten in het huwelijksbootje te stappen. Maar als ze eindelijk getrouwt zijn blijkt Sijbrech een feeks te zijn en begint Jan te klagen. Maar Sijbrech speelt met hem. Jan durft er uiteindelijk wel tegen in te gaan maar hierdoor hebben ze als maar ruzie. Hooft geeft op het eind ook nog een tip voor mensen die in het huwelijksbootje stappen: aan een huwelijk moet je allebei werken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten