Zeker voor de "Grote Drie" was dit niet het geval. Zij hebben met het schrijven over de Tweede Wereld Oorlog zelfs hun brood verdiend. In hun boeken leefde de oorlog helemaal door. Niet dat ze perse er expliciet over gaan maar het sluipt er altijd doorheen. Een van de "Grote Drie" is Harry Mulisch en ik heb van hem De Aanslag gelezen.
De Aanslag gaat over Anton Steenwijk. Het verhaal begint als er een NSB'er voor de deur van zijn ouderlijk wordt neergeschoten en de Duitsers om die reden zijn vader, moeder en broer doodschieten en het huis in de brand steken. Hij blijft de rest van zijn leven bezig met wat er gebeurt is. Het grote thema in dit boek is de schuldvraag. Is de persoon die Fake Ploeg heeft doodgeschoten schuldig aan wat er is gebeurd met het gezin van Anton of zijn dat de buren die het lichaam van Ploeg verplaatst hebben zodat het uiteindelijk voor de deur van de familie Steenwijk lag? Waren die buren niet ook helden omdat ze het lichaam niet voor de deur van de andere buren legde omdat daar Joden zaten? Of waren toch de Duitsers de boosdoeners? Dit zijn de vragen die het verhaal leiden en de vragen die je als lezer stelt. Het zijn ook vragen die een existentialist zal stellen over een oorlog. De existentialisten die zeggen dat ieder mens slachtoffer van de omstandigheden is maar ook persoonlijk verantwoordelijk is want men kiest zijn eigen lot.
Dat de "Grote Drie" over de oorlog schreven is niet zo gek. Dit was een bepalende factor, niet alleen in hun levens maar bovenal in de samenleving. Het heeft de jaren na de oorlog nog veel bepaald en was eigenlijk nog niet over in de hoofden van sommige mensen. In De Aanslag is dit ook een thema. Anton komt jaren na de oorlog, op een begrafenis van een verzetsman de man die Fake Ploeg heeft doodgeschoten tegen. Zoals hij over de oorlog praat, en de blik in zijn ogen die door Anton wordt opgemerkt, zit hij er nog steeds midden in. Hij is nog steeds boos op de Duitsers, die zijn vrienden gemarteld en zijn vriendin vermoord hebben. Iets wat wel meer mensen hadden in die tijd.
De oorlog heeft enorm veel teweeg gebracht, wat vanzelfsprekend is. Hierdoor hadden de schrijvers zoals de "Grote Drie" heel veel inspiratie en gebeurtenissen om over te schrijven. Wij leven eigenlijk in een tijd van niks wat inspiratie betreft, relatief gezien natuurlijk. Dit is iets waarvoor we dankbaar moeten zijn. En toch ben ik jaloers op de schrijvers, kunstenaars en kunstmakers uit die tijd. Mijn generatie is eigenlijk nog nooit wat overkomen en in mijn directe omgeving al helemaal niet. Sterker nog, als je naar het journaal kijkt lijkt de wereld in brand te staan maar is er bij ons eigenlijk vrij weinig aan de hand. Gelukkig zijn er dus de boeken van Hermans, Reve en Harry Mulisch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten