zondag 8 maart 2015

Slaap zacht, Johnny Idaho

De recensent van Vrij Nederland schreef het volgende over de nieuwe roman van Auke Hulst; ,,Alleen aandacht voor de menselijke maat in zo'n posthumane wereld rechtvaardigd de romanvorm. Hulst doet dat bij een personage uitstekend, de Japanse Hatsu. De andere steken bleek (Gerson) of zelfs cerebraal (Johnny Idaho) bij haar af." Dit stak mij als liefhebber van de schijfstijl en composities van Auke Hulst. De eerste gedachte die bij mij opkwam na het lezen van van deze zinnen was dat de recensie alleen maar door een man geschreven kon zijn. Niet om alle mannen over een kam te scheren als op sex beluste wezens. Maar is Hatsu nou het enige interessante personage in Slaap zacht, Johnny Idaho omdat zij een zo'n uitbundig nacht- en seksleven koestert?

Ik ben het overigens überhaupt niet eens met de woorden van Jeroen Vullings (de man achter de recensie) over de door Hulst geschapen wereld. Hij schrijft over hoe hij zich ergert aan de "kunstige metaforen" die door Auke Hulst worden gebruikt en gebruikt zelf het voorbeeld van de wormlijn, iets wat wij tegenwoordig nog de metro noemen. Hij beweert dat dit soort metaforen afleiding en te nadrukkelijk wijzen op het futuristische decor. Ik denk dat Vullings de boodschap van de roman volledig heeft gemist. Deze zit namelijk verpakt in deze metaforen. Auke Hulst heeft deze volgens mij gekozen omdat hij hiermee de wereld een beetje belachelijk maakt. Net zoals Theo Maassen dat zo goed kan. Een verhaal vertellen dat tegen het randje schuurt en er dan net over heen gaan waardoor hij het gedachtegoed achter het verhaal compleet de grond in boord. Hust doet dit overigens wel iets subtieler dan Maassen. Wat Hulst ermee bereikt is dat zijn lezers na gaan denken over de waarde van al deze technische ontwikkelingen. En hij waarschuwt ons indirect voor het toekomstbeeld dat hij geschapen heeft.

De weblenzen en wormlijmen zijn niet alleen goede Nederlandse benamingen voor dingen die wij nu nog respectievelijk metro en google-glass noemen. Ik hoop eigenlijk dat Auke Hulst deze termen heeft gekozen omdat deze verwijzen naar ons heden. Een aarde die nog relatief gezond is. Een wereld waar de wormen nog steeds door de grond kruipen en naast het wereld wijde web ook nog steeds veel spinnenwebben worden geweven.

Om nog even terug te komen op de kritiek van Jeroen Vullings op de personages in Slaap zacht, Johnny Idaho. Volgens mij zijn deze namelijk perfect uitgebalanceerd. Auke Hulst laat namelijk zien aan de hand van deze personages zien wat een wereld zoals hij creëert, maar ook ons eigen heden, met mensen doet. Door drie totaal verschillende karakters, levensfasen en lagen in de maatschappij te nemen. Die uiteraard alles met elkaar te maken blijken te hebben als de hoofdpersonen bij elkaar komen op de Archipel, het decor van het verhaal. Wat door Vullings de hoofdpersoon genoemd wordt maar ik heb altijd geleert dat een hoofdpersoon in een roman zich moet ontwikkelen. Maar het enige waar je in dit verhaal van op aan kunt is dat de Archipel niet zal veranderen. De mensen die er wonen en werken zullen dat moeten doen.

Niet alleen het decor maar ook wat er omgaat in de hoofden van de drie hoofdpersonen, Johnny Idaho, Hatsu Hamada en Willem Gerson, wordt prachtig omschreven door Auke Hulst. Iets waar ik het met Vullings over eens ben, hij kan schrijven. En hoe? Zijn schrijfstijl is zinderend en razendsnel. Een tempo dat perfect aansluit bij de de boodschap en het thema van zijn roman. Het gaat niet alleen snel maar het is rauw. Zijn oordeel klinkt constant in zijn woorden door. Dit allemaal in balans met de verassingen in de wereld en de personages die Auke Hulst tot leven heeft gebracht. Vooral in alles wat Johnny Idaho meemaakt. De tiener met een missie komt voor het eerst op de Archipel en valt van de ene verbazing in de andere en Auke Hulst neemt zijn lezer daar in mee. Vooral als Johnny, die zich door en voor niets of niemand laat veranderen, om een nieuwe vingerafdruk vraagt bij een ondergronds netwerk. Hij heeft deze nodig omdat hij in geen enkele database te vinden is omdat men hem ooit heeft dood verklaard. Deze vingerafdruk zal hem toegang bieden tot de Archipel. Dit was iets waartegen ik, tijdens het lezen, in mijn hoofd aan het protesteren was. Johnny die als enige zich niet laat beschadigen of beschadigd lijkt door de Archipel ondergaat zo'n heftige ingreep voor een doel dat voor de lezer op dat moment nog niet duidelijk is. Uiteindelijk blijkt Johnny het beschadigst van allemaal. Nog zo'n verrassing, of misschien realiseerde ik het me te laat.

Buiten al deze oordelen over het boek en de schrijfstijl van Auke Hulst en de manier waarop hij kritiek levert op de maatschappij die wij met z'n alle aan het creëren zijn. Slaap zacht, Johnny Idaho is een geweldig boek om in te verdwijnen. Met een fantastisch plot en geweldige scenes. Ik heb het in een ruk uitgelezen en wenste daarna dat ik het nog niet had gelezen zodat ik me opnieuw over de Archipel kon verwonderen. Dit klinkt overigens wel heel cliche maar voor mij is het wel een van de belangrijkste kenmerken van een goed boek. Ik hoop dat dit door nog veel meer mensen wordt ervaren tijdens het lezen en dat er niet al te veel blijven steken in lullige kritieken zoals die van Jeroen Vullings.





dinsdag 3 maart 2015

Moenen met het ene oog

Mariken van Nieumeghen kende ik nog niet maar Moenen met het ene oog wel. Mijn vader noemt de duivel het liefst bij zijn schuilnaam uit het middeleeuwse verhaal over Mariken. Dit komt waarschijnlijk doordat zijn eigen achternaam Moen is. Moenen is een van de hoofdpersonen uit Mariken van Nieumeghen, een middeleeuws verhaal afkomstig uit onze eigen Lage Landen. 

Mariken van Nieumeghen is een mirakelspel dat oorspronkelijk uit de lage landen kwam. Een schrijver heeft het niet omdat het is ontstaan aan het eind van de middeleeuwen. Men schreef toen niets op. Een verhaal werd gezongen of voorgedragen en was op rijm zodat men het goed kon onthouden. Dit is typerend voor de middeleeuwse literatuur. Er zijn een aantal verhalen overgebleven zoals Mariken van Nieuweghen en bijvoorbeeld het Roelantslied omdat deze aan het eind van de middeleeuwen zijn opgeschreven en in sommige gevallen ook uitgegeven. 

De verhalen werden opgeschreven door monniken die in kloosters verbleven en werkte. Religie en het christendom waren zeer belangrijk in de middeleeuwen. Literatuur had vaak een religieuze betekenis. Het verhaal over Mariken van Nieumeghen beschrijft een aantal wonderen, iets waar christenen vaak de aanwezigheid van God trachten te bewijzen.

Moenen                         Ja, eest also?
                 Nu hoor ic wel dat achterdencken in haer gaet cnaghen;
                 Tot in tswerck der wolcken wil icse draghen,
                 Toornen hooghe, ende worpense van boven neder;
                 Coemtse den te haer selven weder,
                 So heeftse gheluck, die leelijcke vrucht.
                 Her, her! ghi moet mede in die lucht.

In dit deel van de tekst beraad Moenen een plan om Marikem hoog in de lucht te tillen en dan naar beneden te laten vallen. Dit met de intentie dat zij aan de gevolgen overlijd. Dan vindt er een wonder plaats. Hoewel Mariken al haar botten breekt wordt de val haar niet fataal. Ze hersteld van de val en wordt herenigd met haar oom. In het tekstfragment is ook te zien dat de regels, door Moenen gesproken, op rijm zijn.

Het verhaal van Mariken wordt, nog steeds, eens in de zoveel jaren opgevoerd. Soms als openlucht-theather en andere keren als toneelstuk. Zeker in Nijmegen wordt het vaak opgevoerd. De foto hiernaast is van de opvoering in 2009. Het toneelstuk betekend veel voor de stad en haar inwoners. Maar het verhaal en de tekst betekend ook veel voor de Nederlandse literatuur. Het wordt elk jaar door duizenden leerlingen gelezen en dit gaat goed omdat de tekst, al dan niet met een vertaling erbij, heel toegankelijk is. Het gaat niet alleen over religie en geloofsbeleidenis. Ook gaat het over familie, trouw en verraad. Thema's waar iedereen wat mee kan. De oude versie zeer moeilijk leesbaar. Vaak onbegrijpelijk, maar het verhaal daarentegen is makkelijk te begrijpen, grappig en spannend.

Het is belangrijk dat wij verhalen als Mariken van Nieumeghen blijven lezen. Het is een belangrijk aandeel in onze literatuur en uit de middeleeuwen zijn maar heel weinig verhalen overgebleven. Door te lezen over en in de boeken uit onze geschiedenis leren we een beetje hoe de Nederlanders uit die tijd dachten en dit is belangrijk om te begrijpen omdat de Nederlandse geschiedenis dan tastbaarder wordt. En kennis over de vaderlandse geschiedenis heeft nog nooit iemand echt kwaad gedaan. 

maandag 12 januari 2015

Blokken, Knorrende Beesten, Bint


Whimpysinger, De Moraatz, Neutebeum, Nitikson, Surdie Finnis, Te Wigchel, Kiekertak, Taas Daamde, Fleau, Kret, Stientje en Mabelle zijn zomaar twee handen vol namen uit Bint van Ferdinand Bordewijk. Zonder dat je het boek hebt gelezen hebt je al een voorstelling van deze karakters. Dit is een van Bordewijks kwaliteiten, zonder veel woorden -met alleen een naam- weet men precies wat hij bedoeld. 

Niet alleen de opvallende speaking names van Bordewijk maken de bundel Blokken, Knorrende Beesten, Bint een fantastisch boek. Ook de manier waarop hij een beroep doet op het morele denkbeeld van de lezer is fascinerend. Hij schetst een situatie die hij op een vileine manier belachelijk maakt. De kritiek die Bordewijk levert op het absolute regime in Blokken is typerend voor zijn stijl. Hij beschrijft de situatie op een steriele manier en gedurende het hele verhaal weet je dat er iets mis is. Zodra er personages worden geïntroduceerd in het verhaal ga je begrijpen war er eigenlijk aan de hand is.Dan breek hij de serene wereld die hij eerder heeft geschetst helemaal af. Zonder franje laat hij duidelijk weten wat hij ervan vindt. Als een echte vent zegt hij waar het op staat. 

"Het scheen een eenheid wat daar luisterde, maar wie er omging met kritische blik zou ontwaren dat de gelijk geklede menigte toch door het gelaat uiteenviel in individuen. De natuur, machtiger dan de wil de overheid, brak grillig speels de monotonie der samenkomst. Het dikke vernis van de Staat kon de oorspronkelijke kleuren niet doven."

Bordewijks schrijfstijl is niet alleen recht voor zijn raap maar ook vrij monotoon. Er is gedurende het hele verhaal een bepaalde spanning. Een donkere wolk die waar je je de hele tijd bewust van bent maar die nooit leeg regent. Volgens mij is dat een gevolg van de manier waarop hij schrijft. De zakelijkheid in zijn stijl en alle franje die hij weglaat heeft tot gevolg dat hij er geen verandering is of een spanningsboog ontstaat. Toch verrast Bordewijk wel. Je raakt namelijk zo gewend aan de spanning dat je het niet meer merkt en als de wolk dan helemaal leeg regent wordt je alsnog kletsnat. 

zondag 11 januari 2015

Voor sommige is de oorlog nooit opgehouden

Zeker voor de "Grote Drie" was dit niet het geval. Zij hebben met het schrijven over de Tweede Wereld Oorlog zelfs hun brood verdiend. In hun boeken leefde de oorlog helemaal door. Niet dat ze perse er expliciet over gaan maar het sluipt er altijd doorheen. Een van de "Grote Drie" is Harry Mulisch en ik heb van hem De Aanslag gelezen.

De Aanslag gaat over Anton Steenwijk. Het verhaal begint als er een NSB'er voor de deur van zijn ouderlijk wordt neergeschoten en de Duitsers om die reden zijn vader, moeder en broer doodschieten en het huis in de brand steken. Hij blijft de rest van zijn leven bezig met wat er gebeurt is. Het grote thema in dit boek is de schuldvraag. Is de persoon die Fake Ploeg heeft doodgeschoten schuldig aan wat er is gebeurd met het gezin van Anton of zijn dat de buren die het lichaam van Ploeg verplaatst hebben zodat het uiteindelijk voor de deur van de familie Steenwijk lag? Waren die buren niet ook helden omdat ze het lichaam niet voor de deur van de andere buren legde omdat daar Joden zaten? Of waren toch de Duitsers de boosdoeners? Dit zijn de vragen die het verhaal leiden en de vragen die je als lezer stelt. Het zijn ook vragen die een existentialist zal stellen over een oorlog. De existentialisten die zeggen dat ieder mens slachtoffer van de omstandigheden is maar ook persoonlijk verantwoordelijk is want men kiest zijn eigen lot.

Dat de "Grote Drie" over de oorlog schreven is niet zo gek. Dit was een bepalende factor, niet alleen in hun levens maar bovenal in de samenleving. Het heeft de jaren na de oorlog nog veel bepaald en was eigenlijk nog niet over in de hoofden van sommige mensen. In De Aanslag is dit ook een thema. Anton komt jaren na de oorlog, op een begrafenis van een verzetsman de man die Fake Ploeg heeft doodgeschoten tegen. Zoals hij over de oorlog praat, en de blik in zijn ogen die door Anton wordt opgemerkt, zit hij er nog steeds midden in. Hij is nog steeds boos op de Duitsers, die zijn vrienden gemarteld en zijn vriendin vermoord hebben. Iets wat wel meer mensen hadden in die tijd.

De oorlog heeft enorm veel teweeg gebracht, wat vanzelfsprekend is. Hierdoor hadden de schrijvers zoals de "Grote Drie" heel veel inspiratie en gebeurtenissen om over te schrijven. Wij leven eigenlijk in een tijd van niks wat inspiratie betreft, relatief gezien natuurlijk. Dit is iets waarvoor we dankbaar moeten zijn. En toch ben ik jaloers op de schrijvers, kunstenaars en kunstmakers uit die tijd. Mijn generatie is eigenlijk nog nooit wat overkomen en in mijn directe omgeving al helemaal niet. Sterker nog, als je naar het journaal kijkt lijkt de wereld in brand te staan maar is er bij ons eigenlijk vrij weinig aan de hand. Gelukkig zijn er dus de boeken van Hermans, Reve en Harry Mulisch.

woensdag 31 december 2014

Nieuwsgierigheid is nog steeds geen doodzonde

Een aantal weken geleden zag ik een documentaire, genaamd Alphabet, over onderwijs. In de documentaire werd onze, de westerse, manier van onderwijs geven onder de loep genomen. De film werd ingeleid door een Duitse professor die op bezoek was in China. In China is het onderwijssysteem vrij bruut. Van alle kinderen en studenten wordt geacht heel hard te studeren en alles draait om presteren en om beter zijn dan de rest. Alsof school ook een markteconomie is. De leerlingen waren in feiten elkaars concurrenten. Nou is het zo dat als wij geboren worden wij een neusje hebben voor elkaar helpen, voor samenwerken. Dit bleek uit een onderzoek onder baby's van een paar maanden oud. Uit het experiment, uitgevoerd op een Engelse universiteit, bleek dat hoe ouder de kinderen worden hoe minder ze gaan samenwerken en hoe vaker ze kiezen voor het succesvolste individu. In de laatste scenes van de documentaire bleek dat het helemaal niet ging over onderwijs. Eigenlijk was het kritiek op de manier waarop de samenleving onze creativiteit en leergierigheid, maar bovenal de drive om samen te werken de kop indrukt. het boek De kleine Johannes van Frederick van Eeden gaat hier ook over.

In De kleine Johannes beschrijft Van Eeden hoe een nieuwsgierig jongetje opgroeit en de werkelijke wereld leert kennen. Naarmate hij in zijn reis vordert komt hij steeds meer karakters tegen die iets van hem willen of hem ergens voor nodig hebben. Dit is allemaal voor het individuele belang van de personages en Johannes verliest zichzelf omdat zij zo graag iedereen helpt. Door de manier waarop Frederick van Eeden Johannes beschrijft ben je als lezer heel begaan met zijn lot. Al vanaf de eerste bladzijden kijk je met johannes' grote ogen naar de curiositeiten van onze wereld. Van Eeden neemt ons mee door zijn fantasieën. 

Het boek beschrijft een aantal fasen in het leven van een opgroeiend kind. Allereerst is het nieuwsgierigheid en leergierigheid. Johannes gaat op onderzoek uit en zijn
nieuwsgierigheid overwint alles, zelfs de drang om gehoorzaam te zijn en je aan de regels te houden. Dan volgende de fantastische fantasieën waarin creativiteit een grote rol speelt. Natuurlijk, net zoals bij ons allemaal, komen er dan personages op zijn pad die dit de kop in drukken omdat ze hem voor iets anders nodig hebben. Gelukkig komt dan de liefde. Johannes wordt tot over zijn oren verliefd. 

Het is geschreven in een stijl die een beetje lijkt te kabbelen. Er gebeurt niet heel veel en alles lijkt in het zelfde tempo te gebeuren. Situatiespanning kent Van Eeden bijna niet. Niet in de situatie, wel in het hoofd van Johannes. Hij heeft het af en toe erg zwaar met aanpassen en weet in een aantal situaties niet hoe hij zich moet gedragen. Een goed voorbeeld daarvan is de verliefdheid. Hij is soms zo verlegen, dan weet hij niet meer goed hoe hij zich moet gedragen:


‘Nu al? Dat is vlug!’ lachte het meisje. ‘Van wie hou je wel het meeste?’
‘Van…’ Johannes weifelde. Zou hij Winkdekinds naam noemen? De vrees, dat die naam hem tegenover mensen mocht ontvallen, was onafscheidelijk van het denken. En toch, was dit blonde wezen in het blauwe kleed Windekind niet? Wie anders kon hem dat gevoel van rust en geluk geven? ‘Van u!’ zeide hij opeens en zag met volle blik in de diepe ogen.

Hierna wordt Johannes weer gescheiden van zijn liefde en leert hij de zakelijkheid van het leven kennen. Hij komt in de grote stinkende stad en treedt binnen in de wereld van de grote mensen.

Van Eeden was naast schrijver ook psychiater, of eigenlijk andersom. Dit verklaart zijn drang om een boek te schrijven over de psychologische ontwikkeling die en kind doormaakt terwijl het opgroeit. Hoewel het boek een kinderboek lijkt en ook voor kinderen goed te lezen is, zitten er veel meer lagen in. In de eerste fase leeft Johannes samen met Windekind, dit hem heeft doen krimpen, tussen de kleine dieren en insecten. De dieren leren Johannes dat de mensen eigenlijk alles vernielen zonder dat ze het lijken te merken. Windekind en Johannes' andere vriendjes leren hem hoe hij met de natuur om zou moeten gaan en dat hij altijd voorzichtig moet zijn als hij het lot van een ander in handen heeft.

Van de documentaire werd ik weemoedig. Ik vroeg me af hoe het kon dat we onszelf en vooral elkaar zoiets aandoen. Het blijkt geheel ongemerkt te gaan. Het systeem bestaat al sinds de tijd van de Pruisen en er zitten ook goede kanten aan. Het zal dus ook nog wel een tijd duren voordat er verandering in komt. Van De Kleine Johannes werd ik niet weemoedig, ik kreeg hoop. Als er mensen zijn zoals Frederick van Eeden die met een onderwerp als dit zo creatief onder de aandacht kunnen brengen is het nog niet met ons gedaan.

maandag 2 juni 2014

Lucifer - Joost van den Vondel


Lucifer is de benaming van de gevallen engel. Hij viel eigenlijk niet, hij werd uit de hemel gegooid door God. Lucifer was jaloers op de mens. Als Apollion terug komt uit het Hof van Eden heeft hij een tak bij zich. De engelen worden jaloers, het Hof van Eden blijkt veel meer de bieden dan de Hemel. Het wordt door Vondel beschreven als een locus amoenus. Bovendien heeft de mens een lichaam en ziel in perfecte harmonie en is hij niet alleen, hij is geschapen in een twee-eenheid, man en vrouw. De engelen daarentegen zijn zowel sociaal als seksueel achtergesteld. De engelen kunnen zich, in tegenstelling tot de mens, niet voortplanten. 

Dan komt Gabriel de boodschapper van God. Hij verteld de engelen dat de mens altijd boven hen zal staan en Lucifer wordt als hoofd van de engelen aangewezen. Lucifer gaat hierop in met ironische en sarcastische opmerkingen en versterkt het ontevreden gevoel van de andere engelen hiermee. Lucifer bedenkt een list, hij is op de troon van God uit maar zegt dat hij diens eer wil redden. Hij zegt dat hij wil voorkomen dat aan Gods eer te kort gedaan wordt door de mens. Hij maakt allerlei dubbelzinnige opmerkingen en hieruit blijkt zijn huichelachtige houding. 

Er barst een hemelse oorlog los tussen de Luciferisten en de engelen die nog achter god blijven staan omdat ze Lucifer niet vertrouwen. De slag wordt hopeloos verloren door de Luciferisten en deze vluchten weg. Lucifer valt uit de hemel en neemt de gedaante van een of de satan aan. Later doet Gabriël verslag van puit het Hof van Eden en hij vertelt dat Adam in de val van de duivel is gelopen. Hij heeft deze geplaagd tot hij van de vruchten van de boom van goed en kwaad at. Aan het eind wordt er gevraagd om een verlosser die zoals we allemaal weten zich eeuwen later zal melden... 

Lucifer is een van de bekendste toneelstukken van Joost van den Vondel. Hij schreef naast toneelstukken ook gedichten, waaronder hekelgedichten en gelegenheidsgedichten. Vondel is een van de grootste Nederlandse schrijvers die ooit geleefd heeft. Hij werd in Keulen geboren en verhuisde met zijn ouders om religieuze redenen naar Nederland. Hier had zijn vader een kousenwinkel. Vondel was altijd in strijd met het geloof en hij is een aantal keer gewisseld van stroming binnen het christendom. Vondel was heel slim en gedreven, hij leerde zichzelf lezen en schrijven en maakte zichzelf ook het latijn machtig. Hij was dan ook een Renaissancist. Door zijn tijdgenoten werd hij de Prins der Dichters genoemd. 


Geachte heer Lucifer,

Ik ben vereerd met uw brief en het feit dat u tijd nam om met mij te corresponderen. Dat u mij nieuws bracht over mijn zoon stelde ik ook zeer op prijs. Ik moet wel bekennen dat u niet de enige was die mij schreef. Ik ontving ook een brief van De Rey zij schreef mij, uit naam van God, en waarschuwde mij voor uw woorden. Haar waarschuwing sprak over het feit dat uw Hel heel weinig nieuwe inwoners ontvangt en dat u daar ontstemd over zou zijn. Volgens De Rey mist u een aantal hoogwaardigheidsbekleders en heeft u mij er om die reden graag bij. Dit is tevens mijn reden om Gods beslissing af te wachten. Ik hoop zeer dat u mij dit vergeeft. Daar en tegen acht ik de kans groot dat u mij binnenkort kan verwelkomen. Bij het afscheidt menen van mijn Mary en het realiseren dat ik mijn kind nooit zou ontmoeten moest ik ook denken aan alle echtgenoten die door mijn toedoen weduwe zijn geworden. Ik realiseerde me dat ik schuldig ben aan hun verdriet en kan me dan ook niet voorstellen dat ik door God wordt doorgelaten, dat ik hier al zo vroeg zit is daar vast ook een straf voor. 

Hoogachtend, 
Willem II