woensdag 31 december 2014

Nieuwsgierigheid is nog steeds geen doodzonde

Een aantal weken geleden zag ik een documentaire, genaamd Alphabet, over onderwijs. In de documentaire werd onze, de westerse, manier van onderwijs geven onder de loep genomen. De film werd ingeleid door een Duitse professor die op bezoek was in China. In China is het onderwijssysteem vrij bruut. Van alle kinderen en studenten wordt geacht heel hard te studeren en alles draait om presteren en om beter zijn dan de rest. Alsof school ook een markteconomie is. De leerlingen waren in feiten elkaars concurrenten. Nou is het zo dat als wij geboren worden wij een neusje hebben voor elkaar helpen, voor samenwerken. Dit bleek uit een onderzoek onder baby's van een paar maanden oud. Uit het experiment, uitgevoerd op een Engelse universiteit, bleek dat hoe ouder de kinderen worden hoe minder ze gaan samenwerken en hoe vaker ze kiezen voor het succesvolste individu. In de laatste scenes van de documentaire bleek dat het helemaal niet ging over onderwijs. Eigenlijk was het kritiek op de manier waarop de samenleving onze creativiteit en leergierigheid, maar bovenal de drive om samen te werken de kop indrukt. het boek De kleine Johannes van Frederick van Eeden gaat hier ook over.

In De kleine Johannes beschrijft Van Eeden hoe een nieuwsgierig jongetje opgroeit en de werkelijke wereld leert kennen. Naarmate hij in zijn reis vordert komt hij steeds meer karakters tegen die iets van hem willen of hem ergens voor nodig hebben. Dit is allemaal voor het individuele belang van de personages en Johannes verliest zichzelf omdat zij zo graag iedereen helpt. Door de manier waarop Frederick van Eeden Johannes beschrijft ben je als lezer heel begaan met zijn lot. Al vanaf de eerste bladzijden kijk je met johannes' grote ogen naar de curiositeiten van onze wereld. Van Eeden neemt ons mee door zijn fantasieën. 

Het boek beschrijft een aantal fasen in het leven van een opgroeiend kind. Allereerst is het nieuwsgierigheid en leergierigheid. Johannes gaat op onderzoek uit en zijn
nieuwsgierigheid overwint alles, zelfs de drang om gehoorzaam te zijn en je aan de regels te houden. Dan volgende de fantastische fantasieën waarin creativiteit een grote rol speelt. Natuurlijk, net zoals bij ons allemaal, komen er dan personages op zijn pad die dit de kop in drukken omdat ze hem voor iets anders nodig hebben. Gelukkig komt dan de liefde. Johannes wordt tot over zijn oren verliefd. 

Het is geschreven in een stijl die een beetje lijkt te kabbelen. Er gebeurt niet heel veel en alles lijkt in het zelfde tempo te gebeuren. Situatiespanning kent Van Eeden bijna niet. Niet in de situatie, wel in het hoofd van Johannes. Hij heeft het af en toe erg zwaar met aanpassen en weet in een aantal situaties niet hoe hij zich moet gedragen. Een goed voorbeeld daarvan is de verliefdheid. Hij is soms zo verlegen, dan weet hij niet meer goed hoe hij zich moet gedragen:


‘Nu al? Dat is vlug!’ lachte het meisje. ‘Van wie hou je wel het meeste?’
‘Van…’ Johannes weifelde. Zou hij Winkdekinds naam noemen? De vrees, dat die naam hem tegenover mensen mocht ontvallen, was onafscheidelijk van het denken. En toch, was dit blonde wezen in het blauwe kleed Windekind niet? Wie anders kon hem dat gevoel van rust en geluk geven? ‘Van u!’ zeide hij opeens en zag met volle blik in de diepe ogen.

Hierna wordt Johannes weer gescheiden van zijn liefde en leert hij de zakelijkheid van het leven kennen. Hij komt in de grote stinkende stad en treedt binnen in de wereld van de grote mensen.

Van Eeden was naast schrijver ook psychiater, of eigenlijk andersom. Dit verklaart zijn drang om een boek te schrijven over de psychologische ontwikkeling die en kind doormaakt terwijl het opgroeit. Hoewel het boek een kinderboek lijkt en ook voor kinderen goed te lezen is, zitten er veel meer lagen in. In de eerste fase leeft Johannes samen met Windekind, dit hem heeft doen krimpen, tussen de kleine dieren en insecten. De dieren leren Johannes dat de mensen eigenlijk alles vernielen zonder dat ze het lijken te merken. Windekind en Johannes' andere vriendjes leren hem hoe hij met de natuur om zou moeten gaan en dat hij altijd voorzichtig moet zijn als hij het lot van een ander in handen heeft.

Van de documentaire werd ik weemoedig. Ik vroeg me af hoe het kon dat we onszelf en vooral elkaar zoiets aandoen. Het blijkt geheel ongemerkt te gaan. Het systeem bestaat al sinds de tijd van de Pruisen en er zitten ook goede kanten aan. Het zal dus ook nog wel een tijd duren voordat er verandering in komt. Van De Kleine Johannes werd ik niet weemoedig, ik kreeg hoop. Als er mensen zijn zoals Frederick van Eeden die met een onderwerp als dit zo creatief onder de aandacht kunnen brengen is het nog niet met ons gedaan.

maandag 2 juni 2014

Lucifer - Joost van den Vondel


Lucifer is de benaming van de gevallen engel. Hij viel eigenlijk niet, hij werd uit de hemel gegooid door God. Lucifer was jaloers op de mens. Als Apollion terug komt uit het Hof van Eden heeft hij een tak bij zich. De engelen worden jaloers, het Hof van Eden blijkt veel meer de bieden dan de Hemel. Het wordt door Vondel beschreven als een locus amoenus. Bovendien heeft de mens een lichaam en ziel in perfecte harmonie en is hij niet alleen, hij is geschapen in een twee-eenheid, man en vrouw. De engelen daarentegen zijn zowel sociaal als seksueel achtergesteld. De engelen kunnen zich, in tegenstelling tot de mens, niet voortplanten. 

Dan komt Gabriel de boodschapper van God. Hij verteld de engelen dat de mens altijd boven hen zal staan en Lucifer wordt als hoofd van de engelen aangewezen. Lucifer gaat hierop in met ironische en sarcastische opmerkingen en versterkt het ontevreden gevoel van de andere engelen hiermee. Lucifer bedenkt een list, hij is op de troon van God uit maar zegt dat hij diens eer wil redden. Hij zegt dat hij wil voorkomen dat aan Gods eer te kort gedaan wordt door de mens. Hij maakt allerlei dubbelzinnige opmerkingen en hieruit blijkt zijn huichelachtige houding. 

Er barst een hemelse oorlog los tussen de Luciferisten en de engelen die nog achter god blijven staan omdat ze Lucifer niet vertrouwen. De slag wordt hopeloos verloren door de Luciferisten en deze vluchten weg. Lucifer valt uit de hemel en neemt de gedaante van een of de satan aan. Later doet Gabriël verslag van puit het Hof van Eden en hij vertelt dat Adam in de val van de duivel is gelopen. Hij heeft deze geplaagd tot hij van de vruchten van de boom van goed en kwaad at. Aan het eind wordt er gevraagd om een verlosser die zoals we allemaal weten zich eeuwen later zal melden... 

Lucifer is een van de bekendste toneelstukken van Joost van den Vondel. Hij schreef naast toneelstukken ook gedichten, waaronder hekelgedichten en gelegenheidsgedichten. Vondel is een van de grootste Nederlandse schrijvers die ooit geleefd heeft. Hij werd in Keulen geboren en verhuisde met zijn ouders om religieuze redenen naar Nederland. Hier had zijn vader een kousenwinkel. Vondel was altijd in strijd met het geloof en hij is een aantal keer gewisseld van stroming binnen het christendom. Vondel was heel slim en gedreven, hij leerde zichzelf lezen en schrijven en maakte zichzelf ook het latijn machtig. Hij was dan ook een Renaissancist. Door zijn tijdgenoten werd hij de Prins der Dichters genoemd. 


Geachte heer Lucifer,

Ik ben vereerd met uw brief en het feit dat u tijd nam om met mij te corresponderen. Dat u mij nieuws bracht over mijn zoon stelde ik ook zeer op prijs. Ik moet wel bekennen dat u niet de enige was die mij schreef. Ik ontving ook een brief van De Rey zij schreef mij, uit naam van God, en waarschuwde mij voor uw woorden. Haar waarschuwing sprak over het feit dat uw Hel heel weinig nieuwe inwoners ontvangt en dat u daar ontstemd over zou zijn. Volgens De Rey mist u een aantal hoogwaardigheidsbekleders en heeft u mij er om die reden graag bij. Dit is tevens mijn reden om Gods beslissing af te wachten. Ik hoop zeer dat u mij dit vergeeft. Daar en tegen acht ik de kans groot dat u mij binnenkort kan verwelkomen. Bij het afscheidt menen van mijn Mary en het realiseren dat ik mijn kind nooit zou ontmoeten moest ik ook denken aan alle echtgenoten die door mijn toedoen weduwe zijn geworden. Ik realiseerde me dat ik schuldig ben aan hun verdriet en kan me dan ook niet voorstellen dat ik door God wordt doorgelaten, dat ik hier al zo vroeg zit is daar vast ook een straf voor. 

Hoogachtend, 
Willem II 

Geachte Willem II,

15 november 1650, de Hel

Ik, Lucifer, wil u hierbij van harte feliciteren met de geboorte van uw zoon. Het doet mij deugd dat uw sterke en edelmoedige geslacht mag voortleven. Ook al waart u nu al enkele dagen in het vagevuur, ik vond dat u het recht had om te weten dat uw zoon, naar u lijkend en vernoemd, het goed maakt. Zijn moeder heeft het zwaar, maar wat geeft dat nou. De Kleine Willem ziet er uit alsof hij net zo'n heldhaftige man wordt als zijn vader.

Ik moet u eerlijk bekennen dat dit niet de enige reden is waarom ik schrijf. Ik moet u melden genoten te hebben van uw plannen met uw neef Willem Frederik. Het feit dat u twee zelf het stokje in eigen handen namen is noemenswaardig. Vooral de beslissingen over uw tegenstanders waren formidabel. Witte de Wit was ook iemand die mij al langere tijd verveelde. Het was een goede zet van u twee. Het deed me dan ook verdriet te moeten vernemen dat u de aarde heeft moeten verlaten. Ik weet dat God nog niets over uw lot heeft besloten en u moet weten dat u altijd welkom bent in mijn koninkrijk.

Hoogachtend,
Lucifer

maandag 17 maart 2014

Indische Duinen - Adriaan van Dis


Het verhaal begint bij het begin. Een jonge weduwe op de boot met haar drie dochters. Ze zijn op weg naar Nederland. Ze komen uit Nederlands Indië waar ze een oorlog hebben meegemaakt waarin de vader van het gezin is onthoofd, ze hebben in het kamp gezeten en weer nieuwe liefde gevonden. Justin sluit zich aan bij het gezin en dan wordt de hoofdpersoon geboren. Het volgende wat je leest is het sterven van de middelste van de drie dochters. Ada is na een lang ziekbed het leven moe en laat een man en zoon achter.

Terwijl de hoofdpersoon vecht tegen zijn familie en alles wat niet gezegd wordt gaat hij op zoek naar het verhaal van zijn vader. Deze is overleden toen de hoofdpersoon elf was. De vader heeft een heftige oorlogsgeschiedenis en kampt duidelijk met een trauma. Dit is zo erg dat de hoofdpersoon een trauma overhoudt aan zijn getraumatiseerde vader. Je leest ondertussen ook stukjes uit de jeugd van de hoofdpersoon. Je voelt hoe zeer het jongetje verlangt naar liefde en goedkeuring van zijn vader maar deze niet vindt.

Dit is een verhaal over anders zijn, over erbij willen horen en niet willen zijn zoals zijn vader is. Het gaat over een jonge man die kampt met het verleden van zijn familie en met zijn eigen jeugd. Het is een boek over de onmacht van een vader en de wijze waarop de zoon omgaat met de gelijkenissen tussen zijn vader en zichzelf. 

Het autobiografische werk van Adriaan van Dis leest makkelijk en doordat het vanuit het ik-perspectief is geschreven kan de lezer zich makkelijk inleven in de hoofdpersoon. Maar wat is eigenlijk het belang van het feit dat het een autobiografisch werk is, in hoeverre is het autobiografisch en wat voegt het toe voor de lezer om dit te weten?

Ten eerste is het vanuit ervaring geschreven. Dat betekent dat niet alleen de feiten uit het boek vergelijkbaar zijn met het leven van de schrijver maar ook dat het emotioneel overeenkomt. Dit hoeft niet te betekenen dat de scenes uit het boek ook allemaal hebben plaats gevonden maar wel dat de relaties en conflicten tussen de hoofdpersoon en andere karakters zo door de schrijver zijn ervaren. Hierdoor kan de schrijver de situatie zowel fysiek als emotioneel goed beschrijven en worden de situatie goed voelbaar voor de lezer. Voor mij als lezer is dit inlevingsvermogen dan ook heel belangrijk. Zeker in een boek dat niet veel situatie spanning bevat zoals Indische Duinen. Je ervaart het verhaal meer omdat je kan sympathiseren met de hoofdpersoon.

Indische Duinen is grotendeels autobiografisch. Zoals al eerder gezegd zijn de feiten overeenkomstig met het leven van Adriaan van Dis. Of alles precies zo heeft plaatsgevonden weten we niet. Wat we wel weten is dat de vader in het boek dezelfde naam heeft als de vader van Van Dis en dat zowel de hoofdpersoon als de schrijvers drie halfzusters heeft. Adriaan van Dis heeft dezelfde achternaam-geschiedenis als de hoofdpersoon. De verschillen zitten dus in de kleine dingen. Dingen die je als lezer niet weet van de schrijver. Deze details heb je als lezer wat mij betreft ook niet nodig, het gaat tenslotte om het verhaal. Je leest Indische Duinen en niet Adriaan van Dis. 

Het is dus voor het verhaal belangrijk geweest dat de schrijver het zelf heeft meegemaakt. Hierdoor heeft hij uit ervaring kunnen spreken en uit de feiten is gebleken dat het bijna volledig autobiografisch is. Wat voegt het toe voor de lezer om dit allemaal te weten? 

Adriaan van Dis heeft een serie gemaakt over Indonesië waarin hij ook vaak een persoonlijk verhaal vertelde. We weten als publiek dus al best veel over de persoonlijke geschiedenis, ook zit hij vaak bij De Wereld Draait Door aan tafel. Hij heeft het dan vaak over dichten en dichters. Hij is zelf ook interviewer en maakte het televisie programma Hier Is Adriaan Van Dis. Ik denk dan ook dat er een verschil is tussen de persoon die men op televisie ziet en de schrijver die Indische Duinen heeft geschreven. Daarom denk ik ook dat het weinig belang heeft dat we veel van een schrijver weten. In het geval van Indische Duinen gaat het om een autobiografie en ik denk dat het wel zeker wat bijdraagt dat we weten dat het verhaal van Van Dis overeenkomt met dat van de hoofdpersoon. Dit heeft iets te maken met geloofwaardigheid. Ik denk dat als iets echt is gebeurt en dat je dat weet dat dat iets met je doet als lezer. Het geeft extra lading aan het verhaal omdat je weet dat iemand het heeft meegemaakt. 

Ik heb van dit autobiografische verhaal genoten en er af en toe ook mee gevochten. De schrijfstijl van Van Dis vind ik prettig omdat zijn taalgebruik "to the point" is. Hij maakt niet veel gebruik van beeldspraken of metaforen en dat leest heel fijn. Er zit een bepaald dichterlijk ritme in zijn zinnen wat het leesplezier bevordert. Toch moest ik wel moeite doen met mijn concentratie er bij houden. Dit kwam omdat niet alle flashbacks en stukken over het verleden even interessant zijn voor het verhaal en dit maakt het langdradig. Ondanks heb ik het met plezier gelezen. Ook vond ik het leuk om te lezen over Nederlands-Indische families in de tijd dat de vader van de hoofdpersoon jong was. 

Kortom, Indische Duinen van Ardiaan van Dis is een aanraden voor ieder die van ingewikkelde familieverhalen en zeker als je een autobiografisch verhaal wilt lezen.  

vrijdag 10 januari 2014

Maria Tesselschade Visscher, intelligente vriendin in een mannenbolwerk

Visscher (Amsterdam, 25 maart 1594 – Amsterdam, 20 juni 1649) zat helemaal niet op veel aandacht te wachten. Ze vond het niet nodig om een portret te laten maken en evenmin om haar werk te laten drukken. Er zijn maar 32 gedichten van haar bewaard gebleven; de meeste circuleerden in handgeschreven afschriften in een kleine kring. Bij het grote publiek waren haar naam en haar werk niet bekend. 

Dat Tesselschade zo goed was heeft ze natuurlijk te danken aan haar talent maar ook aan haar omgeving. Wat hielp was haar opleiding. Dankzij een moderne en veelzijdige opvoeding wist ze veel van literatuur, kende ze Frans, Italiaans en een beetje Latijn. Ze was trouwens helemaal artistiek aangelegd want ze schilderde, bespeelde verschillende muziekinstrumenten en kon prachtig glas graveren. Hiernaast kwamen er bij haar thuis een heleboel belangrijke schrijvers over de vloer. Ze kende Hooft, Bredero, Cats, Vondel, Huygens en Barlaeus persoonlijk, omdat haar vader Roemer Visscher thuis artistieke avonden organiseerde. Hooft was haar belangrijkste contactpersoon, ook met Huygens en Barlaeus was ze goed bevriend.

Door haar werk en haar zelfstandige houding, door de reacties van haar tijdgenoten en door haar bijzondere naam werd ‘Tesselschade’ in kunstenaarskringen al in de zeventiende eeuw legendarisch. Ze ging zelfs de literatuurgeschiedenis in zonder achternaam. Toen de negentiende-eeuwse geschiedschrijvers zochten naar geschikte modellen uit het verleden waarop Nederlanders trots konden zijn, lag het voor de hand om ‘Tesselschade’ uit te kiezen. Ze werd opgehemeld als ideale vrouw: kunstzinnig, verstandig, mooi en deugdzaam. Rond 1870 kozen feministes van het eerste uur haar als inspiratiebron voor een vereniging om zelfstandige vrouwen financieel te steunen: Tesselschade-arbeid adelt.

In de tjid dat Tesselschade leefde waren er nog een aantal vrouwen zoals zij. Katharina Lescailje en Anna Maria van Schurman waren twee andere belangrijke dames uit de tijd. Hoewel Tesselschade in een interlectuele omgeving opgroeide en Katharina ook, haar ouders hadden een drukkerij en dus veel boeken thuis en schrijvers over de vloer. Voor Anna Maria van Schurman was haar opleiding helemaal speciaal. Zij mocht naar de universiteit. In hun tijd mocht dit eigenlijk niet maar er werd zelf voor haar een uitzondering gemaakt. Zij was zo getalenteerd dat ze met gemak het vereiste niveau voor wetenschappelijk onderwijs haalde. Ze mocht aan de Utrechtse universiteit colleges volgen, maar moest wel apart zitten van de mannelijke studenten, in een speciale nis, achter een gordijn.

Katharina Lescailje hield zich nog met veel meer bezig dan alleen gedichten schrijven en corresponderen met andere schrijvers. Zij had de drukkerij van haar ouders overgenomen en runde deze samen met haar broers. En hoewel ze vaak druk bezig was met de drukkerij schreef ze zelf ook nog. 
Met schrijven begon ze al jong en op haar 10de mocht ze langs bij haar grootste voorbeeld, Vondel. Hij was meteen overtuigd van het talent van het meisje en moedigde haar aan om door te blijven schrijven. 

Deze drie vrouwen leefde in een tijd dat het helemaal niet gebruikelijk was dat vrouwen bekent waren. Ze moesten dan ook leven in een wereld die door mannen werd gedomineerd. Dit was niet altijd even makkelijk maar ze deden het prima. Ze inspireerde de mannen om hen heen en sloten hechte vriendschappen met hen. Ik heb vooral respect voor Anna Maria van Schurman die naar de universiteit ging terwijl er om haar heen schande over werd gesproken. Ik zou het haar niet nadoen.

Liefde in woord en beeld



Overgewaaid uit Italië en Frankrijk nam emblematiek ook in de Nederlandse literatuur in de Gouden Eeuw een plekje in beslag. Emblematiek bestaat uit een afbeelding (de pictura), een éénregelige tekst (het motto, ook wel deinscriptio genoemd) en een langer onderschrift in de poëzie of proza (desubscriptio). De lezer moest deze drie combineren om de bedoeling van het embleem te begrijpen. Omdat voor het lezen van een embleem zoveel moeite moet worden gedaan is het een hele activerende vorm van literatuur.

In het embleem de Derde verdeeling van Jan Luyken  probeert Luyken duidelijk te maken dat je naar je hart moet luisteren en moet doorzetten. Op het embleem staat een engel die iets uit het vuur moet maken, vanwege de hitte moet de engel doorzitten om het voorwerp uit het vuur te halen. Uit de tekst wordt duidelijk dat je naar je hart moet luisteren.

Ook het embleem uit Poirters bundel “Het masker van de wereld afgetrokken” is een goed voorbeeld van een Nederlands embleem uit de Gouden Eeuw.

Op de afbeelding is te zien dat twee apen elkaar in de armen houden. Ze zijn verliefd en willen voor altijd bij elkaar blijven. Met het onderschrift op nl wordt duidelijk dat ze alles voor elkaar willen doen, als ze maar kunnen blijven liefhebben.
Ik denk dat Poirters met dit embleem wilt zeggen dat iedereen naar liefde verlangt, ongeacht of je mooi of lelijk, gemeen of aardig bent. Iedereen vis op zoek naar soulmate.

Hieronder zie je een embleem van Fokke en Sukke. Deze kun je vergelijken met het embleem van Poirters. Overeenkomsten zijn dat het beide over een aspect van de liefde gaat.
Ook zijn er verschillen, terwijl de apen uit het embleem wel echt verliefd zijn gaat het in de strip van Fokke en Sukke niet zo zeer over liefde.

De  onderstaande strip van Fokke en Sukke is naar mijn mening wel degelijk een embleem. Ondanks dat de strip een onderschrift en een motto mist probeert de schrijver je op een actieve wijze iets duidelijk te maken, naar mijn mening is dat ondanks de missende tekst vormen het hoofddoel van een embleem.