maandag 12 januari 2015

Blokken, Knorrende Beesten, Bint


Whimpysinger, De Moraatz, Neutebeum, Nitikson, Surdie Finnis, Te Wigchel, Kiekertak, Taas Daamde, Fleau, Kret, Stientje en Mabelle zijn zomaar twee handen vol namen uit Bint van Ferdinand Bordewijk. Zonder dat je het boek hebt gelezen hebt je al een voorstelling van deze karakters. Dit is een van Bordewijks kwaliteiten, zonder veel woorden -met alleen een naam- weet men precies wat hij bedoeld. 

Niet alleen de opvallende speaking names van Bordewijk maken de bundel Blokken, Knorrende Beesten, Bint een fantastisch boek. Ook de manier waarop hij een beroep doet op het morele denkbeeld van de lezer is fascinerend. Hij schetst een situatie die hij op een vileine manier belachelijk maakt. De kritiek die Bordewijk levert op het absolute regime in Blokken is typerend voor zijn stijl. Hij beschrijft de situatie op een steriele manier en gedurende het hele verhaal weet je dat er iets mis is. Zodra er personages worden geïntroduceerd in het verhaal ga je begrijpen war er eigenlijk aan de hand is.Dan breek hij de serene wereld die hij eerder heeft geschetst helemaal af. Zonder franje laat hij duidelijk weten wat hij ervan vindt. Als een echte vent zegt hij waar het op staat. 

"Het scheen een eenheid wat daar luisterde, maar wie er omging met kritische blik zou ontwaren dat de gelijk geklede menigte toch door het gelaat uiteenviel in individuen. De natuur, machtiger dan de wil de overheid, brak grillig speels de monotonie der samenkomst. Het dikke vernis van de Staat kon de oorspronkelijke kleuren niet doven."

Bordewijks schrijfstijl is niet alleen recht voor zijn raap maar ook vrij monotoon. Er is gedurende het hele verhaal een bepaalde spanning. Een donkere wolk die waar je je de hele tijd bewust van bent maar die nooit leeg regent. Volgens mij is dat een gevolg van de manier waarop hij schrijft. De zakelijkheid in zijn stijl en alle franje die hij weglaat heeft tot gevolg dat hij er geen verandering is of een spanningsboog ontstaat. Toch verrast Bordewijk wel. Je raakt namelijk zo gewend aan de spanning dat je het niet meer merkt en als de wolk dan helemaal leeg regent wordt je alsnog kletsnat. 

zondag 11 januari 2015

Voor sommige is de oorlog nooit opgehouden

Zeker voor de "Grote Drie" was dit niet het geval. Zij hebben met het schrijven over de Tweede Wereld Oorlog zelfs hun brood verdiend. In hun boeken leefde de oorlog helemaal door. Niet dat ze perse er expliciet over gaan maar het sluipt er altijd doorheen. Een van de "Grote Drie" is Harry Mulisch en ik heb van hem De Aanslag gelezen.

De Aanslag gaat over Anton Steenwijk. Het verhaal begint als er een NSB'er voor de deur van zijn ouderlijk wordt neergeschoten en de Duitsers om die reden zijn vader, moeder en broer doodschieten en het huis in de brand steken. Hij blijft de rest van zijn leven bezig met wat er gebeurt is. Het grote thema in dit boek is de schuldvraag. Is de persoon die Fake Ploeg heeft doodgeschoten schuldig aan wat er is gebeurd met het gezin van Anton of zijn dat de buren die het lichaam van Ploeg verplaatst hebben zodat het uiteindelijk voor de deur van de familie Steenwijk lag? Waren die buren niet ook helden omdat ze het lichaam niet voor de deur van de andere buren legde omdat daar Joden zaten? Of waren toch de Duitsers de boosdoeners? Dit zijn de vragen die het verhaal leiden en de vragen die je als lezer stelt. Het zijn ook vragen die een existentialist zal stellen over een oorlog. De existentialisten die zeggen dat ieder mens slachtoffer van de omstandigheden is maar ook persoonlijk verantwoordelijk is want men kiest zijn eigen lot.

Dat de "Grote Drie" over de oorlog schreven is niet zo gek. Dit was een bepalende factor, niet alleen in hun levens maar bovenal in de samenleving. Het heeft de jaren na de oorlog nog veel bepaald en was eigenlijk nog niet over in de hoofden van sommige mensen. In De Aanslag is dit ook een thema. Anton komt jaren na de oorlog, op een begrafenis van een verzetsman de man die Fake Ploeg heeft doodgeschoten tegen. Zoals hij over de oorlog praat, en de blik in zijn ogen die door Anton wordt opgemerkt, zit hij er nog steeds midden in. Hij is nog steeds boos op de Duitsers, die zijn vrienden gemarteld en zijn vriendin vermoord hebben. Iets wat wel meer mensen hadden in die tijd.

De oorlog heeft enorm veel teweeg gebracht, wat vanzelfsprekend is. Hierdoor hadden de schrijvers zoals de "Grote Drie" heel veel inspiratie en gebeurtenissen om over te schrijven. Wij leven eigenlijk in een tijd van niks wat inspiratie betreft, relatief gezien natuurlijk. Dit is iets waarvoor we dankbaar moeten zijn. En toch ben ik jaloers op de schrijvers, kunstenaars en kunstmakers uit die tijd. Mijn generatie is eigenlijk nog nooit wat overkomen en in mijn directe omgeving al helemaal niet. Sterker nog, als je naar het journaal kijkt lijkt de wereld in brand te staan maar is er bij ons eigenlijk vrij weinig aan de hand. Gelukkig zijn er dus de boeken van Hermans, Reve en Harry Mulisch.

woensdag 31 december 2014

Nieuwsgierigheid is nog steeds geen doodzonde

Een aantal weken geleden zag ik een documentaire, genaamd Alphabet, over onderwijs. In de documentaire werd onze, de westerse, manier van onderwijs geven onder de loep genomen. De film werd ingeleid door een Duitse professor die op bezoek was in China. In China is het onderwijssysteem vrij bruut. Van alle kinderen en studenten wordt geacht heel hard te studeren en alles draait om presteren en om beter zijn dan de rest. Alsof school ook een markteconomie is. De leerlingen waren in feiten elkaars concurrenten. Nou is het zo dat als wij geboren worden wij een neusje hebben voor elkaar helpen, voor samenwerken. Dit bleek uit een onderzoek onder baby's van een paar maanden oud. Uit het experiment, uitgevoerd op een Engelse universiteit, bleek dat hoe ouder de kinderen worden hoe minder ze gaan samenwerken en hoe vaker ze kiezen voor het succesvolste individu. In de laatste scenes van de documentaire bleek dat het helemaal niet ging over onderwijs. Eigenlijk was het kritiek op de manier waarop de samenleving onze creativiteit en leergierigheid, maar bovenal de drive om samen te werken de kop indrukt. het boek De kleine Johannes van Frederick van Eeden gaat hier ook over.

In De kleine Johannes beschrijft Van Eeden hoe een nieuwsgierig jongetje opgroeit en de werkelijke wereld leert kennen. Naarmate hij in zijn reis vordert komt hij steeds meer karakters tegen die iets van hem willen of hem ergens voor nodig hebben. Dit is allemaal voor het individuele belang van de personages en Johannes verliest zichzelf omdat zij zo graag iedereen helpt. Door de manier waarop Frederick van Eeden Johannes beschrijft ben je als lezer heel begaan met zijn lot. Al vanaf de eerste bladzijden kijk je met johannes' grote ogen naar de curiositeiten van onze wereld. Van Eeden neemt ons mee door zijn fantasieën. 

Het boek beschrijft een aantal fasen in het leven van een opgroeiend kind. Allereerst is het nieuwsgierigheid en leergierigheid. Johannes gaat op onderzoek uit en zijn
nieuwsgierigheid overwint alles, zelfs de drang om gehoorzaam te zijn en je aan de regels te houden. Dan volgende de fantastische fantasieën waarin creativiteit een grote rol speelt. Natuurlijk, net zoals bij ons allemaal, komen er dan personages op zijn pad die dit de kop in drukken omdat ze hem voor iets anders nodig hebben. Gelukkig komt dan de liefde. Johannes wordt tot over zijn oren verliefd. 

Het is geschreven in een stijl die een beetje lijkt te kabbelen. Er gebeurt niet heel veel en alles lijkt in het zelfde tempo te gebeuren. Situatiespanning kent Van Eeden bijna niet. Niet in de situatie, wel in het hoofd van Johannes. Hij heeft het af en toe erg zwaar met aanpassen en weet in een aantal situaties niet hoe hij zich moet gedragen. Een goed voorbeeld daarvan is de verliefdheid. Hij is soms zo verlegen, dan weet hij niet meer goed hoe hij zich moet gedragen:


‘Nu al? Dat is vlug!’ lachte het meisje. ‘Van wie hou je wel het meeste?’
‘Van…’ Johannes weifelde. Zou hij Winkdekinds naam noemen? De vrees, dat die naam hem tegenover mensen mocht ontvallen, was onafscheidelijk van het denken. En toch, was dit blonde wezen in het blauwe kleed Windekind niet? Wie anders kon hem dat gevoel van rust en geluk geven? ‘Van u!’ zeide hij opeens en zag met volle blik in de diepe ogen.

Hierna wordt Johannes weer gescheiden van zijn liefde en leert hij de zakelijkheid van het leven kennen. Hij komt in de grote stinkende stad en treedt binnen in de wereld van de grote mensen.

Van Eeden was naast schrijver ook psychiater, of eigenlijk andersom. Dit verklaart zijn drang om een boek te schrijven over de psychologische ontwikkeling die en kind doormaakt terwijl het opgroeit. Hoewel het boek een kinderboek lijkt en ook voor kinderen goed te lezen is, zitten er veel meer lagen in. In de eerste fase leeft Johannes samen met Windekind, dit hem heeft doen krimpen, tussen de kleine dieren en insecten. De dieren leren Johannes dat de mensen eigenlijk alles vernielen zonder dat ze het lijken te merken. Windekind en Johannes' andere vriendjes leren hem hoe hij met de natuur om zou moeten gaan en dat hij altijd voorzichtig moet zijn als hij het lot van een ander in handen heeft.

Van de documentaire werd ik weemoedig. Ik vroeg me af hoe het kon dat we onszelf en vooral elkaar zoiets aandoen. Het blijkt geheel ongemerkt te gaan. Het systeem bestaat al sinds de tijd van de Pruisen en er zitten ook goede kanten aan. Het zal dus ook nog wel een tijd duren voordat er verandering in komt. Van De Kleine Johannes werd ik niet weemoedig, ik kreeg hoop. Als er mensen zijn zoals Frederick van Eeden die met een onderwerp als dit zo creatief onder de aandacht kunnen brengen is het nog niet met ons gedaan.

maandag 2 juni 2014

Lucifer - Joost van den Vondel


Lucifer is de benaming van de gevallen engel. Hij viel eigenlijk niet, hij werd uit de hemel gegooid door God. Lucifer was jaloers op de mens. Als Apollion terug komt uit het Hof van Eden heeft hij een tak bij zich. De engelen worden jaloers, het Hof van Eden blijkt veel meer de bieden dan de Hemel. Het wordt door Vondel beschreven als een locus amoenus. Bovendien heeft de mens een lichaam en ziel in perfecte harmonie en is hij niet alleen, hij is geschapen in een twee-eenheid, man en vrouw. De engelen daarentegen zijn zowel sociaal als seksueel achtergesteld. De engelen kunnen zich, in tegenstelling tot de mens, niet voortplanten. 

Dan komt Gabriel de boodschapper van God. Hij verteld de engelen dat de mens altijd boven hen zal staan en Lucifer wordt als hoofd van de engelen aangewezen. Lucifer gaat hierop in met ironische en sarcastische opmerkingen en versterkt het ontevreden gevoel van de andere engelen hiermee. Lucifer bedenkt een list, hij is op de troon van God uit maar zegt dat hij diens eer wil redden. Hij zegt dat hij wil voorkomen dat aan Gods eer te kort gedaan wordt door de mens. Hij maakt allerlei dubbelzinnige opmerkingen en hieruit blijkt zijn huichelachtige houding. 

Er barst een hemelse oorlog los tussen de Luciferisten en de engelen die nog achter god blijven staan omdat ze Lucifer niet vertrouwen. De slag wordt hopeloos verloren door de Luciferisten en deze vluchten weg. Lucifer valt uit de hemel en neemt de gedaante van een of de satan aan. Later doet Gabriël verslag van puit het Hof van Eden en hij vertelt dat Adam in de val van de duivel is gelopen. Hij heeft deze geplaagd tot hij van de vruchten van de boom van goed en kwaad at. Aan het eind wordt er gevraagd om een verlosser die zoals we allemaal weten zich eeuwen later zal melden... 

Lucifer is een van de bekendste toneelstukken van Joost van den Vondel. Hij schreef naast toneelstukken ook gedichten, waaronder hekelgedichten en gelegenheidsgedichten. Vondel is een van de grootste Nederlandse schrijvers die ooit geleefd heeft. Hij werd in Keulen geboren en verhuisde met zijn ouders om religieuze redenen naar Nederland. Hier had zijn vader een kousenwinkel. Vondel was altijd in strijd met het geloof en hij is een aantal keer gewisseld van stroming binnen het christendom. Vondel was heel slim en gedreven, hij leerde zichzelf lezen en schrijven en maakte zichzelf ook het latijn machtig. Hij was dan ook een Renaissancist. Door zijn tijdgenoten werd hij de Prins der Dichters genoemd. 


Geachte heer Lucifer,

Ik ben vereerd met uw brief en het feit dat u tijd nam om met mij te corresponderen. Dat u mij nieuws bracht over mijn zoon stelde ik ook zeer op prijs. Ik moet wel bekennen dat u niet de enige was die mij schreef. Ik ontving ook een brief van De Rey zij schreef mij, uit naam van God, en waarschuwde mij voor uw woorden. Haar waarschuwing sprak over het feit dat uw Hel heel weinig nieuwe inwoners ontvangt en dat u daar ontstemd over zou zijn. Volgens De Rey mist u een aantal hoogwaardigheidsbekleders en heeft u mij er om die reden graag bij. Dit is tevens mijn reden om Gods beslissing af te wachten. Ik hoop zeer dat u mij dit vergeeft. Daar en tegen acht ik de kans groot dat u mij binnenkort kan verwelkomen. Bij het afscheidt menen van mijn Mary en het realiseren dat ik mijn kind nooit zou ontmoeten moest ik ook denken aan alle echtgenoten die door mijn toedoen weduwe zijn geworden. Ik realiseerde me dat ik schuldig ben aan hun verdriet en kan me dan ook niet voorstellen dat ik door God wordt doorgelaten, dat ik hier al zo vroeg zit is daar vast ook een straf voor. 

Hoogachtend, 
Willem II 

Geachte Willem II,

15 november 1650, de Hel

Ik, Lucifer, wil u hierbij van harte feliciteren met de geboorte van uw zoon. Het doet mij deugd dat uw sterke en edelmoedige geslacht mag voortleven. Ook al waart u nu al enkele dagen in het vagevuur, ik vond dat u het recht had om te weten dat uw zoon, naar u lijkend en vernoemd, het goed maakt. Zijn moeder heeft het zwaar, maar wat geeft dat nou. De Kleine Willem ziet er uit alsof hij net zo'n heldhaftige man wordt als zijn vader.

Ik moet u eerlijk bekennen dat dit niet de enige reden is waarom ik schrijf. Ik moet u melden genoten te hebben van uw plannen met uw neef Willem Frederik. Het feit dat u twee zelf het stokje in eigen handen namen is noemenswaardig. Vooral de beslissingen over uw tegenstanders waren formidabel. Witte de Wit was ook iemand die mij al langere tijd verveelde. Het was een goede zet van u twee. Het deed me dan ook verdriet te moeten vernemen dat u de aarde heeft moeten verlaten. Ik weet dat God nog niets over uw lot heeft besloten en u moet weten dat u altijd welkom bent in mijn koninkrijk.

Hoogachtend,
Lucifer

maandag 17 maart 2014

Indische Duinen - Adriaan van Dis


Het verhaal begint bij het begin. Een jonge weduwe op de boot met haar drie dochters. Ze zijn op weg naar Nederland. Ze komen uit Nederlands Indië waar ze een oorlog hebben meegemaakt waarin de vader van het gezin is onthoofd, ze hebben in het kamp gezeten en weer nieuwe liefde gevonden. Justin sluit zich aan bij het gezin en dan wordt de hoofdpersoon geboren. Het volgende wat je leest is het sterven van de middelste van de drie dochters. Ada is na een lang ziekbed het leven moe en laat een man en zoon achter.

Terwijl de hoofdpersoon vecht tegen zijn familie en alles wat niet gezegd wordt gaat hij op zoek naar het verhaal van zijn vader. Deze is overleden toen de hoofdpersoon elf was. De vader heeft een heftige oorlogsgeschiedenis en kampt duidelijk met een trauma. Dit is zo erg dat de hoofdpersoon een trauma overhoudt aan zijn getraumatiseerde vader. Je leest ondertussen ook stukjes uit de jeugd van de hoofdpersoon. Je voelt hoe zeer het jongetje verlangt naar liefde en goedkeuring van zijn vader maar deze niet vindt.

Dit is een verhaal over anders zijn, over erbij willen horen en niet willen zijn zoals zijn vader is. Het gaat over een jonge man die kampt met het verleden van zijn familie en met zijn eigen jeugd. Het is een boek over de onmacht van een vader en de wijze waarop de zoon omgaat met de gelijkenissen tussen zijn vader en zichzelf. 

Het autobiografische werk van Adriaan van Dis leest makkelijk en doordat het vanuit het ik-perspectief is geschreven kan de lezer zich makkelijk inleven in de hoofdpersoon. Maar wat is eigenlijk het belang van het feit dat het een autobiografisch werk is, in hoeverre is het autobiografisch en wat voegt het toe voor de lezer om dit te weten?

Ten eerste is het vanuit ervaring geschreven. Dat betekent dat niet alleen de feiten uit het boek vergelijkbaar zijn met het leven van de schrijver maar ook dat het emotioneel overeenkomt. Dit hoeft niet te betekenen dat de scenes uit het boek ook allemaal hebben plaats gevonden maar wel dat de relaties en conflicten tussen de hoofdpersoon en andere karakters zo door de schrijver zijn ervaren. Hierdoor kan de schrijver de situatie zowel fysiek als emotioneel goed beschrijven en worden de situatie goed voelbaar voor de lezer. Voor mij als lezer is dit inlevingsvermogen dan ook heel belangrijk. Zeker in een boek dat niet veel situatie spanning bevat zoals Indische Duinen. Je ervaart het verhaal meer omdat je kan sympathiseren met de hoofdpersoon.

Indische Duinen is grotendeels autobiografisch. Zoals al eerder gezegd zijn de feiten overeenkomstig met het leven van Adriaan van Dis. Of alles precies zo heeft plaatsgevonden weten we niet. Wat we wel weten is dat de vader in het boek dezelfde naam heeft als de vader van Van Dis en dat zowel de hoofdpersoon als de schrijvers drie halfzusters heeft. Adriaan van Dis heeft dezelfde achternaam-geschiedenis als de hoofdpersoon. De verschillen zitten dus in de kleine dingen. Dingen die je als lezer niet weet van de schrijver. Deze details heb je als lezer wat mij betreft ook niet nodig, het gaat tenslotte om het verhaal. Je leest Indische Duinen en niet Adriaan van Dis. 

Het is dus voor het verhaal belangrijk geweest dat de schrijver het zelf heeft meegemaakt. Hierdoor heeft hij uit ervaring kunnen spreken en uit de feiten is gebleken dat het bijna volledig autobiografisch is. Wat voegt het toe voor de lezer om dit allemaal te weten? 

Adriaan van Dis heeft een serie gemaakt over Indonesië waarin hij ook vaak een persoonlijk verhaal vertelde. We weten als publiek dus al best veel over de persoonlijke geschiedenis, ook zit hij vaak bij De Wereld Draait Door aan tafel. Hij heeft het dan vaak over dichten en dichters. Hij is zelf ook interviewer en maakte het televisie programma Hier Is Adriaan Van Dis. Ik denk dan ook dat er een verschil is tussen de persoon die men op televisie ziet en de schrijver die Indische Duinen heeft geschreven. Daarom denk ik ook dat het weinig belang heeft dat we veel van een schrijver weten. In het geval van Indische Duinen gaat het om een autobiografie en ik denk dat het wel zeker wat bijdraagt dat we weten dat het verhaal van Van Dis overeenkomt met dat van de hoofdpersoon. Dit heeft iets te maken met geloofwaardigheid. Ik denk dat als iets echt is gebeurt en dat je dat weet dat dat iets met je doet als lezer. Het geeft extra lading aan het verhaal omdat je weet dat iemand het heeft meegemaakt. 

Ik heb van dit autobiografische verhaal genoten en er af en toe ook mee gevochten. De schrijfstijl van Van Dis vind ik prettig omdat zijn taalgebruik "to the point" is. Hij maakt niet veel gebruik van beeldspraken of metaforen en dat leest heel fijn. Er zit een bepaald dichterlijk ritme in zijn zinnen wat het leesplezier bevordert. Toch moest ik wel moeite doen met mijn concentratie er bij houden. Dit kwam omdat niet alle flashbacks en stukken over het verleden even interessant zijn voor het verhaal en dit maakt het langdradig. Ondanks heb ik het met plezier gelezen. Ook vond ik het leuk om te lezen over Nederlands-Indische families in de tijd dat de vader van de hoofdpersoon jong was. 

Kortom, Indische Duinen van Ardiaan van Dis is een aanraden voor ieder die van ingewikkelde familieverhalen en zeker als je een autobiografisch verhaal wilt lezen.